In het Natuurhistorisch Museum Maastricht geeft John Jagt een geanimeerde en boeiende rondleiding. Geweldig om het verhaal van de vondst van mosasaurus Bèr weer te horen en je te realiseren dat ook krabbetjes hun aanwezigheid bij het skelet hebben verraden.
Tessa Plint over de reuzenbever: tanden als bananen
Het is bevertijd. In de bijzondere ambiance van een kloosterkerk, om de hoek van het museum, vertelt Tessa Plint over haar onderzoek aan de reuzenbever (Castoroides ohioensis). Deze bever was met zo’n 1.20 meter lengte echt een reus. Hij had een ronde staart, zwemvliezen tussen de achterpoten, ogen bovenop zijn kop en tanden zo groot als bananen met gegroefd email. Het dier leefde zo’n 900.000 jaar geleden in Noord-Amerika. Uit isotopenonderzoek dat Tessa deed is gebleken dat hij vooral waterplanten at. Niets wijst er tot nu toe op dat de reuzenbever net als de huidige bever (Castor canadensis) bomen omknaagde.
Bas van Geel over etensresten in kiezen: mammoeten aten hun eigen poep
Bas van Geel haalt verbazingwekkend veel informatie uit de pollen, vezels en ander microscopisch klein materiaal dat hij vindt tussen de groeven van kiezen van onder meer mammoeten. Zo blijkt dat de mammoet uit Yakutia die hij onderzocht, de poep van zijn eigen soort heeft gegeten. Daarin zit namelijk geen galzuur en dat is alleen het geval bij poep van mammoeten, manatees en klipdassen. In alle andere ontlasting zit dat wel.
Rob van den Berg over Trogontherium: waarschijnlijk geen bomenknager
Vergeleken met de Amerikaanse reuzenbever is de ‘onze’ niet zo reuze, want hij is ongeveer even groot als de huidige bever (Castor fiber). Maar bevers van de stam Trogontheriini hebben wel een grotere schedel en tanden, vertelt Rob van den Berg. Ook onze reuzenbever was waarschijnlijk geen bomenknager.
Bram Langeveld over onderzoek aan Trogontherium: Maasvlakte groter dan Tegelen?
Bram Langeveld gaat in op het onderzoek aan alle resten van Trogontherium die in Nederland gevonden zijn, geïnventariseerd en gedetermineerd door Ingrid en Peter de Bruijn, Dick Mol, Rob van den Berg en Bram zelf. In totaal onderzocht het team 297 botten en 171 tandelementen. Daaruit blijkt dat de tibia, astralagus en calcaneum uit het Maasvlaktemateriaal significant groter zijn dan die uit Tegelen. Misschien stammen die uit een koudere periode dan de reuzenbevers uit Tegelen, maar het kan ook duiden op normale variatie tussen populaties. Kortom: meer onderzoek is nodig.
Remie Bakker over het model van Trogontherium: Reuzenkopbever is betere naam
De spanning loopt nu op, want de laatste spreker zorgt voor de uitsmijter van het symposium: het eerste levensechte model van Trogontherium cuvieri is door hem gemaakt. Remie Bakker houdt het spannend, want hij licht slechts tipjes van de sluier op, maar op een enthousiaste en beeldende manier. Hij stelt daarbij een nieuwe Nederlandse naam voor, namelijk reuzenkopbever. Die doet meer recht aan de grote kop en maakt een duidelijk onderscheid met de Amerikaanse reuzenbever.
Hij laat de zaal achter met een mooie toepasselijke wijsheid: “Kennis is het enige dat altijd meer wordt, niet minder, als je het deelt.”
Dagvoorzitter Sandra van der Geer sluit zich daar van harte bij aan. Zij pleit ervoor dat WPZ-leden zich ook inzetten om Wikipedia te verrijken met hun kennis, als ze bestaande pagina’s aanvullen en nieuwe relevante onderwerpen toevoegen. Met dat idee om op te broeden, is het tijd voor de apotheose.
De onthulling
Iedereen begeeft zich naar de zonnige binnentuin van het Natuurhistorisch Museum Maastricht – na eerst met de originele handpoppen van Ed & Willem Bever te hebben geposeerd – waar het model van Trogontherium nog geheimzinnig staat te wezen onder een doek. De nieuwe directeur van het museum en de verantwoordelijk wethouder van Maastricht leidden het moment suprême in, waarna Remie Bakker samen met de wethouder het doek wegtrekt, onder luid applaus. Daarna is het nog erg gezellig met een heerlijke beverborrel en hapjes, en worden ook de nodige selfies bij reuzenbever Bjùr gemaakt.