Fossiele regendruppels blijken luchtbelletjes

WINTERSWIJK – Cirkelvormige deukjes in afzettingsgesteente in de steengroeve van Winterwijk zijn geen sporen van neerkomende regendruppels, maar afdrukken van fossiele luchtbelletjes in opdrogende modder, afgedekt met een laagje algeslijk.

Dat wijzen proefjes uit van de Leidse hoogleraar wetenschapscommunicatie en amateurpaleontoloog Jos van den Broek en de Rotterdamse paleontoloog Jelle Reumer in de marge van een opgraving deze week in de bekende steengroeve.

Volgens het tweetal speelden bij de vorming van de vermeende regensporen in modder processen een rol die nog dagelijks optreden in opdrogende modderplassen.

Op natte modderige kalkbodem vormt zich binnen een etmaal een groenig algevlies, waarin fotosynthese optreedt. Daarbij wordt zuurstof gevormd, dat zich in belletjes ophoopt.

In de kalksteengroeve wordt al veertig jaar gegraven naar fossielen uit het midden-Trias. De restanten van een eindeloze wadachtige moddervlakte van 230 miljoen jaar geleden bevinden zich nu enkele tientallen meters onder het maaiveld en worden via dagbouw gewonnen voor bouwmaterialen.

In het gelaagd versteende wad worden zeer geregeld voetafdrukken gevonden van reptielen, en soms fossielen van visetende dieren.

Daarnaast worden in de steenplaten golfpatronen gevonden die op stromend water wijzen. Op veel plaatsen worden daarin ook grote aantallen kleine ronde indeukingen gevonden van enkele millimeters groot. Die werden tot nog toe opgevat als sporen in opdrogende modder van vallende regendruppels.

Volgens Reumer, tevens directeur van het Natuur Museum Rotterdam, is dat echter onwaarschijnlijk. De proefjes van deze week produceerden in verse ondiepe plassen patronen die sterk lijken op de vermeende fossiele regen in het gesteente. ‘In sommige opzichten verandert er echt nooit wat’, zegt hij.

Van den Broek en Reumer willen de uitkomst van hun experiment te zijner tijd publiceren in een wetenschappelijk tijdschrift. Beide zijn bekend om hun speelse opvattingen over het wetenschapsbedrijf.

De opgraving in de Winterswijkse steengroeve zelf, door Nederlandse en Duitse paleontologen, leverde deze week overigens nog geen spectaculaire vondsten op.

Kleine encyclopedie van het leven in het Pleistoceen – Mammoeten, neushoorns en andere dieren van de Noordzeebodem

Tijdens de ijstijden van het Pleistoceen lag de Noordzee droog. Het leek wel een koude, droge Serengeti. In dit rijk geïllustreerde boek komen de dieren voorbij die in de verschillende perioden op de Noordzeebodem leefden. De auteurs verzamelden hun botten op de visafslag of haalden ze hoogstpersoonlijk van de zeebodem omhoog. Ze bestudeerden de bijbehorende stuifmeelkorrels om het landschap te reconstrueren, ze dateerden de vondsten met radioactief koolstof en ze zochten en vonden sporen van menselijke bewoning. Deze Kleine Encyclopedie is daarmee haast een reportage uit de eerste hand over het leven in het Pleistoceen.
De boekpresentatie is gehouden op 26 april 2008 in Natuurhistorisch museum Naturalis te Leiden.

Door: Dick Mol, John de Vos, Remie Bakker, Bas van Geel, Jan Glimmerveen, Hans van der Plicht en Klaas Post

ISBN: 9789085710981 hardcover

omvang: 240 pagina’s

De Sabeltandtijger uit de Noordzee

Van de auteurs Dick Mol, Wilrie van Logchem, Kees van Hooidonk en Remie Bakker,
met een voorwoord van Dr. John de Vos, Naturalis.

Uitgave: DrukWare, www.drukware.nl/www.sabeltandtijger.eu
Verschijngsdatum: 1 december 2007
Aantal pagina’s: 160
Formaat: A4, hard gebonden met ronde rug en stofomslag
Geheel gedrukt in Full Color op luxe 170 grams papier.
Klik hier om de Flyer te bekijken (PDF)

Winkelprijs 39,45 euro (incl. BTW)
Voorintekenprijs 32,25 euro (inclusief BTW en gratis verzending binnen Nederland).
Klik hier voor de website van de uitgever met online bestelformulier

Inhoud

Vissers vangen in de Noordzee niet alleen vis. Soms vissen ze ook fossiele botten van de zeebodem op. In 2000 viste de bemanning van de UK 33 een onderkaak van een sabeltandtijger op. Deze sensationele vondst leverde het bewijs dat dit roofdier in Europa en Azië veel langer geleefd heeft dat de wetenschap veronderstelde.
Door radioactieve koolstofdatering werd bepaald dat het beest slechts 28.000 jaar geleden de Noordzeebodem onveilig maakte. En dat terwijl men aannam dat sabeltandtijgers in Europa al minstens 300.000 jaar uitgestorven waren.
Onderzoekers van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam maakten deze “piepjonge” sabeltandtijger, Homotherium latidens, wereldberoemd.
Homotherium behoorde tot de grootste sabeltandkatten. Het geschatte lichaamsgewicht varieert van 170 kg voor de vrouwtjes van de kleinste soorten, tot 400 kg voor de mannetjes van de grootste soorten. Homotherium had lange slanke voorpoten, korte sterke achterpoten, kleinere klauwen en een korte staart. Door de licht aflopende ruglijn was de lichaamshouding vergelijkbaar met die van een hyena.

De vondst van deze onderkaak van de sabeltandtijger heeft de auteurs geïnspireerd tot het schrijven van dit schitterende boek. Het boek bevat uniek beeldmateriaal dat nog nooit eerder is gepubliceerd. Er worden op boeiende wijze de vele verschillende diersoorten uit het IJstijdvak en vele van de van de zeebodem opgeviste beenderen, tanden en kiezen beschreven.

Er is veel aandacht besteedt aan de lay-out, waardoor er een boek is ontstaan dat de lezer van het begin tot het einde zal boeien.

Kunstenaar Remie Bakker heeft een natuurgetrouw model van de Sabeltandtijger gereconstrueerd aan de hand van de gevonden onderkaak. Dit unieke model deel uit maakt van de tentoonstelling “Het is GEVAARLIJK in het Natuurhistorisch Museau van Rotterdam” die daar tot 25 november 2007 te zien is. Ook het maken van dit model wordt uitvoerig beschreven in het boek

Voor inlichtingen:

DrukWare
Batinge 3
9331 KS Norg
Tel: 059 26 13 537
Mob: 06 43 06 45 85

www.drukware.nl

geertjan@drukware.nl

Feestelijke boekpresentatie

Op zaterdag 1 december jongstleden was de presentatie van het boek  “De Sabeltandtijger uit de Noordzee”. Deze werd in Naturalis gehouden en was druk, tot zeer druk bezocht.

Na het welkomstwoord door de directeur van Uitgeverij Drukware, Geert Jan Engelmoer, waren er enkele korte toespraakjes van Dr. John de Vos, die het voorwoord schreef in het boek en Prof. Dr. Jelle Reumer, van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam en Universiteit Utrecht.

Ook sprak Bernard Buigues over zijn laatste vondsten in Siberië, waaronder een permafrostmummie van een mammoetbaby en een wolharige neushoorn.

Daarna begon de uitreiking van de eerste exemplaren, waar iedereen reikhalzend naar had uitgezien.

Van links naar rechts Remie Bakker, Wilrie van Logchem,
Dick Mol en Kees van Hooijdonk

De drie schrijvers van het boek, alle drie gedreven amateur-paleontologen, zetten Nederland weer op de kaart binnen de paleontologische wereld, door het schrijven van dit, trouwens prachtige, boek.

Remie Bakker heeft een sabeltandtijger gereconstrueerd, een imposant exemplaar, het staat tentoongesteld in Naturalis en is daar te bewonderen.

Bernard Buigues neemt het eerste exemplaar in ontvangst van Remie Bakker

Remie Bakker had voor alle betrokkenen nog een verrassing in petto in de vorm van een beeldje van de sabeltandtijger. Unieke exemplaren waar iedereen heel blij mee was.

Na het officiële gedeelte was het tijd voor een hapje en een drankje ter afsluiting van een geslaagde middag.

Het boek met  de bijzonder mooie illustraties.

Tineke Lammerse

Foto Hans (J.J.) Wildschut

Mammoeten in de polder – zomertentoonstelling op het voormalige eiland Schokland, Nederlands eerste Unesco Werelderfgoed

Op zaterdag 17 mei 2008 heeft de burgemeester van de gemeente Noordoostpolder de tentoonstelling “Mammoet in de polder” op het voormalige eiland Schokland geopend. WPZ – lid Dick Mol heeft ter gelegenheid daarvan een voordracht gehouden over “Mammoeten in de polder”. De openingsceremonie vond plaats in het kerkje op Schokland.

Tot 1 november 2008 is de tentoonstelling te bezichtigen in de pastorie
van de kerk.

Na de drooglegging zijn in en rond de Noordoostpolder veel beenderen van ijstijdzoogdieren in de bodem gevonden. In de loop der jaren heeft museum Schokland een fraaie collectie ijstijdfossielen opgebouwd. Tot 10.000 jaar geleden liepen mammoeten in het poldergebied rond, samen met veel andere grote zoogdieren zoals de wolharige neushoorn, de steppewisent en roofdieren zoals leeuwen en hyena’s. De expositie geeft een boeiend beeld van deze ijstijdfauna, waarvan veel soorten inmiddels zijn uitgestorven. De tientallen geëxposeerde beenderen zijn afkomstig uit de eigen verzameling van Museum Schokland.

Topstukken uit de collectie van het Museum Schokland zijn wel twee nagenoeg 100% complete schedels van de steppewisent.

In de permanente tentoonstelling van het Museum Schokland is nog een aantal zaken op het gebied van pleistocene zoogdieren te zien die U bij een bezoek aan Schokland niet mag missen:

1) Een bijzondere onderkaak van een wolharige mammoet met een speciale afwijking, namelijk de aanwezigheid van een extra molaar,
een zogenoemde m4.
2) Een bovenkaak van een bosolifant uit waarschijnlijk het laatste interglaciaal (het Eemien) en
3) Een compleet dijbeen van een bosneushoorn, eveneens afkomstig uit het laatste interglaciaal. Dit dijbeen onderscheidt zich van het dijbeen van een wolharige neushoorn door zijn slanke bouw en grote lengte.

Tot slot: als eye-catcher staat er in deze permanente tentoonstelling een skelet opgesteld van een grottenbeer die niet afkomstig is uit Nederland.

Voor nadere informatie zie: http://www.schokland.nl/schokland/wisselexpositie.htm

Dick Mol
(Natuurhistorisch Museum Rotterdam)