Muizenkaakje drie miljoen jaar oud

Een minuscuul kaakje met nóg kleinere kiesjes en een snijtand.
Ze zijn slechts een paar millimeter groot en zwart verkleurd doordat ze jaren in de klei hebben gelegen.

Al in 1969 vond Louis Verhaard van particulier museum De IJsselvallei bij de Boskamp/Olst deze overblijfselen van een muis bij een afgraving in de bossen tussen Diepenveen en Olst. Nu, bijna 40 jaar later, blijkt deze vondst uniek te zijn. Deskundigen van het natuurhistorisch museum Naturalis schatten dat de ‘Mimomys hajnackensis’ maar liefst drie miljoen jaar geleden leefde.

In 2006 raakte Verhaard bij toeval in gesprek met de arts Francien Dieleman. Dat gebeurde op een ontmoetingsdag van de Nederlandse Geologische Vereniging. Dieleman vertelde dat ze zich als fanatiek hobby-paleontologe bezighoudt met het onderzoeken van gebitsresten van haaien en muizen. Ze struint Zeeuwse stranden af, op zoek naar tanden. Bijzondere vondsten neemt ze mee naar Naturalis in Leiden, waar ze meewerkt aan wetenschappelijke publicaties. Toen Verhaard dit hoorde, riep hij meteen: ,,Ik heb thuis ook nog een muizenkaakje liggen.” Hij had het járen geleden gevonden bij een opgraving door de Waterleidingmaatschappij Overijssel. Omdat het 100 meter onder de grond lag, schatte Verhaard destijds zelf dat het kaakje 1,8 miljoen jaar oud was.

Hij vertrouwde ze toe aan Dieleman, die ermee aan de slag ging. Onlangs kwam de onderzoekster de kaak en tandjes terugbrengen. Na veel speurwerk was ze rond de kerst van 2007 tot de ontdekking gekomen hoe bijzonder de tandjes waren. ,,Het gaat om een woelmuis, een verre voorloper van de woelrat. Het is de eerste keer dat we overblijfselen van deze kwaliteit en van deze soort in West-Europa hebben gevonden. In de wetenschappelijke literatuur is alleen een vergelijkbaar geval in Tsjecho-Slowakije bekend.”

Ze haalt een 350 bladzijden dik boekwerk tevoorschijn, helemaal gewijd aan onderzoek naar muizen- en rattengebitjes. Ook pakt ze het doorzichtige doosje waarop de kaak is bevestigd erbij en wijst een paar details aan. ,,Aan dit heel kleine gaatje in de kies kun je zien dat het hier om een primitieve soort gaat. En dit donkere vlekje is een emailvrije strook. Alleen bij hele oude woelmuissoorten lopen deze tandbeenstukken zo door.”

Voor wie niet bekend met muizengebittenonderzoek is het verschil nauwelijks zichtbaar. Het lijkt onbegonnen werk om zo’n klein overblijfsel aan zo’n gedetailleerde analyse te onderwerpen. Maar voor paleontologen is dit een nieuw puzzelstukje in het mysterie van de ontwikkeling van leven op onze planeet. Samen met onder anderen de Engelse expert David Mayhew heeft Dieleman dan ook in het ‘Netherlands Journal of Geosciences’ een wetenschappelijk artikel gepubliceerd over Verhaards vondst

Verhaard is verheugd dat zijn vondst na 40 jaar zoveel teweeg heeft gebracht. ,,Ik heb het destijds opgestuurd naar de Rijksgeologische Dienst, maar die krijgt zóveel materiaal dat ze dit niet heeft opgepikt. Wie had nu gedacht dat het zo speciaal zou zijn?”

De 68-jarige amateurgeoloog wroet al sinds zijn jeugd met de vingers in de grond. Als men ergens met een afgraving bezig is, zeeft hij ter plekke de grond en neemt alles wat maar enigszins interessant kan zijn mee voor verder onderzoek. Met zijn meest bijzondere vondsten heeft hij aan huis een streekmuseum ingericht. Hoewel Verhaard zich heeft gespecialiseerd in zwerfstenen uit het IJsseldal, liggen er ook mammoettanden, neushoornwervels, versteende uitwerpselen en fossielen van vissen. En nu dus ook die heel bijzondere tanden van de Mimomys hajnackensis.

Het Geologisch Streekmuseum De IJsselvallei, aan de Eikelhofweg, is elk tweede weekeinde van de maand open.

Bron: de Stentor

Geef een reactie