In zijn sas met nijlpaardtand en mammoetbot

Een mooi Premium verhaal in de Stentor over het Zwolse zanddepot;

Voor het verhaal incluis foto’s en video: klik op de originele Link naar het artikel in de Stentor

Het zijn fossielen van dieren die tienduizenden jaren geleden in het Zwolse rivierdal liepen. Dankzij de zandwinning in Zwolle-Zuid waarbij zuigers zand van enorme diepte opslurpen, zijn de vondsten aan de oppervlakte gekomen. En het is aan amateur-archeoloog Schlüter te danken dat ze opgemerkt en bewaard gebleven zijn.

De afgelopen tien jaar mocht Schlüter naar hartenlust speuren in het Zwolse zanddepot. Het leverde ruim honderd gebruiksvoorwerpen van de Neanderthalers op en ongeveer evenveel fossielen van dieren die in de steentijd leefden in dit gebied. Van bosolifanten tot nijlpaarden en van neushoorns tot wolharige mammoeten. Daarmee is het de op één na grootste vindplaats in Overijssel van resten uit het Midden-Paleolithicum, van pakweg 40.000 tot 300.000 jaar geleden. Alleen in Tubbergen is ooit een grotere vondst gedaan.

Schlüter, woonachtig in Enschede en al vele jaren een hartstochtelijk amateur-archeoloog, ‘ontdekte’ de Zwolse locatie een jaar of tien geleden bij toeval toen hij voor zijn werk in de stad moest zijn en hij had meteen het gevoel dat hier wel wat te halen viel.

De zandwinningslocatie Sekdoorn ligt namelijk op een gunstige plek: nabij het IJsseldal. Hier bruiste het in de prehistorie van de activiteiten. ,,De Neanderthalers bouwden hun nederzettingen in de buurt van het water, en de dieren kwamen naar het rivierdal om er water te drinken.”

Logisch dus dat er diep onder de grond allerlei fossielen en andere overblijfselen verborgen liggen. Op 10, 15, 20 meter diepte. Een diepte die voor archeologen praktisch onbereikbaar is, maar dankzij de zuigers die tot wel 25 meter diepte gaan, komen de voorwerpen hier toch aan de oppervlakte. ,,Beschouw het maar als een kijkgat in het verleden”, zegt Schlüter.

Man met de hark

Toen hij zich met zijn vraag meldde bij het zanddepot kreeg hij toestemming om er af en toe te komen zoeken. Beheerder Ep Bovendorp van exploitant Van Werven uit Oldebroek, die hier dagelijks met de shovel rijdt, werd van de weeromstuit ook enthousiast en bewaarde zo nu en dan iets waarvan hij dacht dat het een archeologische vondst zou kunnen zijn. ,,Ik had wel eens vaker wat gevonden, maar wist nooit wat het was. Dankzij Dick – ik noemde hem altijd de man met de hark – ben ik er ook meer op gaan letten.”

Schlüter is het meest in z’n sas met de tand van een nijlpaard, zo’n 15 centimeter groot. ,,Zoiets had ik nog nooit gevonden in de veertig jaar dat ik dit doe. Deze is 110.000 jaar oud.” Maar ook de tientallen werktuigen van Neanderthalers die hij vond kunnen hem enorm bekoren. ,,Een echte vuistbijl heb ik niet gevonden, maar wel drie mooie schaven. Die werden gebruikt om huiden van vleesresten te ontdoen.”

De vondsten van Schlüter zijn inmiddels zorgvuldig in kaart gebracht en bestudeerd door professionele archeologen. Deels gaan ze naar het provinciaal archeologisch depot in Deventer. De fossielen had Schlüter graag beschikbaar gesteld aan het Stedelijk Museum in Zwolle. ,,Maar dat bestaat helaas niet meer. Een stad als Zwolle zou eigenlijk een plek moeten hebben waar je dit kunt presenteren. Het zijn wel de oudste cultuurhistorische voorwerpen van deze streek.”