Europese Neanderthalers hadden een lichte huid, rood haar en sproetjes

Spaanse wetenschappers hebben de bloedgroep en twee genen ontdekt van Neanderthalers die 43.000 jaar geleden leefden. Na het analyseren van fossiele botten uit een grot in het noordwesten van Spanje, konden de experts concluderen dat zij de menselijke bloedgroep “O” hadden en op basis van hun genensamenstelling waarschijnlijk een lichte huid hadden, misschien zelfs met sproeten en rood of rossig haar en dat ze konden praten.

Het team van het Spaanse overheidsinstituut CSIC gebruikte de nieuwste forensische technieken om de botten voor analyse te prepareren, zodat ze niet besmet werden met modern DNA. Carles Lalueza, evolutionair bioloog zei: “Wat we probeerden te doen was het meest realistische beeld van de Neanderthaler te creëren met details die niet in de botten zichtbaar zijn, maar die wel onderdeel van hun identiteit uitmaken.”

Het rapport, gepubliceerd in BMC Evolutionary Biology, concludeert dat: “Deze resultaten een genetische verandering suggereren die verantwoordelijk is voor bloedgroep O in mensen en dateert van voor de splitsing tussen moderne mensen en de Neanderthaler, maar van na de afsplitsing van mensen en hun gemeenschappelijke voorouder met de chimpansees.”

De Spaanse wetenschappers beschrijven ook hoe ze de twee andere genen ontdekten. Een gen, dat bekend staat als MC1R, wijst erop dat Neanderthalers een lichte huid en zelfs sproeten hadden. Een ander gen, een variant van FOXP2, is gerelateerd aan spreken en de mogelijkheid een taal te creëren en suggereert dat ze mondeling konden communiceren.

Er wordt aangenomen dat de Neanderthaler populatie ongeveer 15.000 hoofden groot was en ze leefden ongeveer 200.000 jaar lang in Europa en Azie, totdat ze rond 30.000 jaar geleden uitstierven. Sinds 2000 zijn archeopaleontologen in speciale witte pakken, maskers en helmen bezig met het doorzeven van ongeveer 1.500 botfragmenten uit de “Tunnel van de Botten” in het Sidrón grottencomplex in Borines, Asturias, noordwest Spanje.

Onnatuurlijke strepen op de botten wijzen erop dat de Neanderthalers cannibalisme practiseerden en de botten braken om het zachte merg eruit te halen. Maar waarom deze groep uitstierf, zonder dat wilde dieren hun botten ontdekten of besmetten, of waarom de Neanderthaler in het algemeen uitstierf blijft een mysterie.

“We kunnen geen directe oorzaak voor hun uitsterven vinden,” zegt Antonio Rosas. Een theorie is dat zij ten onder gingen aan een ijstijd, of een meer sinistere theorie is dat ze uitgeroeid werden door de komst van onze directe menselijke voorouders uit Afrika.

Bron: Telegraph

Geef een reactie