Mammoet DNA in kaart gebracht

Wetenschappers zijn er voor het eerst in geslaagd de genetische code van een uitgestorven dier, de wolharige mammoet, grotendeels te ontrafelen. De gedachte aan een ooit ondenkbare toekomst waarin bepaalde prehistorische dieren weer tot leven worden gewekt komt op.

“Het kan gedaan worden. De vraag is echter, als we het kunnen, moeten we het dan ook doen?” vraagy Stephan Schuster, professor in biochemie aan de Penn State University en co-autheur van de nieuwe studie. “Het zou mij niets verbazen wanneer het minder dan 10 of 20 jaar duurt voor het gedaan kan worden.”

Het project, dat een miljoen dollar heeft gekost, beschrijft meer dan 3 miljard DNA bouwstenen van de mammoet. Het is voor ongeveer 80% compleet. Maar dat is genoeg om wetenschappers nieuwe ideeen te geven over evolutie en uitsterven.

Het project was niet gebaseerd op botten, maar op mammoethaar dat in Siberie in de permafrost bevroren was. Dit was voor biologen een nieuwe methode om het oude DNA te onderzoeken. Zie het als een CSI SIberie, zegt Schuster. De nieuwe techniek, samen met verbeteringen in het bepalen van de genoom sequentie en de nieuwe synthetische biologie inspireren wetenschappers tot ideeen over een science fiction toekomst.

Belangrijk voor het project waren zo’n 20 haarballen. Eerdere pogingen tot het ontrafelen van het genoom strandden doordat bacterien, virussen en parasieten zich ophielden in de fossielen, waardoor eengroot deel van  het bestudeerde DNA eigenlijk niet van de mammoet afkomstig was. Pogingen tot het bestuderen van het DNA van de Neandertaler wordt bijvoorbeeld bemoeilijkt door het feit dat slechts 6% van het DNA dat uit de fossielen wordt gefilterd van de Neandertaler afkomstig is.

Schuster zelgt dat het ooit mogelijk zal zijn ieder dier dat in de laatste 100.000 jaar is uitgestorven terug tot leven te wekken, mits het in permafrost bewaard is gebeleven en haar had.

Drie jaar geleden zeiden Japanse geleerden dat ze van plan waren bevroren mammoetsperma te vinden en daarmee een olifant te insemineren. Het product hiervan zou dan in een safaripark in Siberie grootgebract worden. Maar genetica gebruiken om een mammoet te creeeren is logischer, aldus Schuster.

Antropologie professor Hendrik Poinar, van McMaster University in Hamilton, Ohio, zegt dat hij niet langer gelooft dat deze ideeen onmogelijk zijn. Poinar, die geen deel uitmaakte van het team van Schuster, maar adviseur was voor Jurassic Park, zegt dat Steven Spielberg het wellicht bij het rechte eind had toen hij tegen sceptische wetenschapper zei: “Dit is de wetenschap van het uiteindelijke.”

Het hoeft niet eens een volledig gereconstrueerde mammoet te zijn. Wetenschappers kunnen bestuderen wat de mammoet anders maakt dan zijn neef, de Afrikaanse olifant en een harige bastaard voor in de dierentuin maken, zegt George Church, hoofd van de computational genomics afdeling van Harvard Medical School. “Mensen willen best een harige olifant zien.”

Alex Greenwoord, biologie professor van Old Dominion University, die ook onderzoek doet naar oud DNA noemt de studie “een geweldig resultaat.”

De meer praktische kant van wat deze nieuwe studie kan doen, is de evolutionaire verschillen tussen mammoeten en olifanten, en zelfs tussen mensen en chimpansees, duidelijk maken, zegt Church. Olifanten en mammoeten gingen zo’n 6 miljoen jaren geleden ieder hun evolutionaire weg. Dit is rond dezelfde tijd van mensen en chimpansees uit elkaar groeiden, aldus Schuster. Maar er zijn twee keer zoveel genetische verschillen tussen chimps en mensen als tussen olifanten en mammoeten.

“Primaten evolueren twee keer zo snel als olifanten,” zegt Schuster. Maar sommige dieren, zoals knaagdieren, ondergingen nog veel meer evolutionaire veranderingen. Dit wijst erop dat het wellicht iets te maken heeft met grootte en metabolisme, zegt co-autheur Webb Miller.

Wat ook interessant is, is dat in de ongeveer 50 soorten waarvan het genoom in kaart is gebracht, er bepaalde gebieden zijn waar de genetische code exact hetzelfde is – behalve in de mammoet. In andere dieren bleven deze proteinen voor een heel lange tijd hetzelfde, behalve in de mammoet, zegt Miller, professor in biologie en computer wetenschappen van Penn State. “Ik weet niet wat het betekent. Ik heb het allen zo gevonden.”

Miller en Schuster merkten op dat de meeste mammoeten die zij bestudeerden veel minder genetische diversiteit hadden dan andere soorten die nu nog leven en dit kan een aanwijzing zijn voor hun uitsterven.

Het duo past wat zijn geleerd hebben van de koude Siberische reus toe bij hun pogingen de bedreigde Tasmaanse duivel van Australie te helpen. Ook hier zagen zij het dramatische gebrek aan genetische diversiteit, aldus Schuster.

Bron: yahoo news

Geef een reactie