Leviathan melvillei, Miocene potvis met de grootste beet ooit!

Het gezaghebbende tijdschrift Nature publiceert in het nummer van 1 juli 2010 een artikel over Leviathan melvillei, een Miocene potvis met de krachtigste beet die in het dierenrijk bekend is.

De WPZ is er trots op dat een van haar leden, Klaas Post (honorair-conservator fossiele zoogdieren bij het Natuurhistorisch Museum Rotterdam), deze wetenschappelijk belangrijke en sensationele vondst gedaan heeft. De WPZ feliciteert ontdekker Klaas Post met deze prachtige vondst en complimenteert de schrijvers van het artikel met hun publicatie in Nature!

Tijdens een korte wetenschappelijke expeditie in de Pisco-Icawoestijn aan de zuidkust van Peru werd in 2008 deze ontdekking gedaan. Ook paleontologen van de Natuurhistorische musea van Rotterdam, Parijs, Pisa, Lima en Brussel en van de Universiteit Utrecht zijn betrokken bij de ontdekking en de beschrijving van deze Miocene roofpotvis. Het fossiel heeft een ouderdom van circa 12 tot 13 miljoen jaar. De geslachtsnaam Leviathan verwijst naar een mythisch zeemonster, de soortnaam melvillei is een verwijzing naar de schrijver Herman Melville, auteur van Moby-Dick.

Tijdens de expeditie werden in grote brokken steen delen van de schedel en van de onderkaken gevonden en vooral reusachtige tanden tot wel 36 cm lang en met een maximale doorsnede van 12 cm! Grote fossiele tanden waren tot op heden wel gevonden die wezen op grote potvissen, maar niet van dit formaat. Bovendien waren die tanden geïsoleerd gevonden. Leviathan was waarschijnlijk tussen de 13 en 18 m lang, kleiner dan de nu nog levende potvis (Physeter macrocephalus), maar had veel grotere tanden. Dit wijst ook op een andere manier van eten. De huidige potvis heeft relatief kleine tanden in de onderkaak een vrijwel tandeloze bovenkaak en voedt zich op grote diepte met inktvissen die naar binnen gezogen worden. Leviathan had 9 grote tanden in elk van beide bovenkaken en 11 in beide onderkaken en voedde zich zeer waarschijnlijk met baleinwalvissen die een hoog vetgehalte hebben en daarmee de roofpotvis van energie konden voorzien. Doordat de schedel en kaken redelijk goed gefossiliseerd waren en er ook de grote tanden bij werden gevonden is een goede reconstructie mogelijk van Leviathan, zie afbeelding.

Leviathan stierf waarschijnlijk uit toen aan het eind van het Mioceen een grote afkoeling begon. De groep waartoe de huidige potvis behoort kon kennelijk wel overleven.

Het Natuurhistorisch Museum Rotterdam zal later dit jaar (reconstructies van) delen van Leviathan tentoonstellen. Momenteel zijn er replica’s van de drie grootste tanden te zien. 

De originele 3 meter lange schedel wordt in Peru bewaard en is daar ook geprepareerd door medewerkers van het Natuurhistorisch Museum van de Universiteit van Lima.

Nature-publicatie:

Olivier Lambert, Giovanni Bianucci, Klaas Post, Christian de Muizon, Rodolfo Salas-Gismondi, Mario Urbina & Jelle Reumer, 2010 – The giant bite of a new raptorial sperm whale from the Miocene epoch of Peru – Nature 466 (7302) 1 July 2010 [DOI: 10.1038/nature09067]

Op onderstaande website is een filmpje te zien over Leviathan.

 

 De kaken met tanden van Leviathan, grijze delen zijn ontbrekende delen011-leviathan-jaagt-op-baleinwalvis-credit-charlene-letenneur-mnhn-paris2

Linkerfoto: roofpotvis Leviathan melvillei [A] schedel, bovenaanzicht; [B], schedel, onderkaak en onderkaakstanden in rechter zijaanzicht. Grijs: missende delen. (Giovanni Bianucci, Univ. van Pisa)

Rechterfoto: Leviathan jaagt op een middelgrote (7 meter lange) baleinwalvis. Reconstructietekening door Charlène Letenneur, MNHN-Paris. (Charlène Letenneur, MNHN)

Geef een reactie