De Oosterschelde leeg?

Het einde van de Oosterschelde als vindplaats voor pleistocene fossielen? Sommigen denken van wel.

ZIERIKZEE – Begin september organiseerde Jaap Schot met de ZZ 10 de 58ste Kor- en Bottocht, op zoek naar fossiele resten uit de Oosterschelde.

De laatste jaren valt het resultaat echter tegen.

In Chilhac (Haute-Loire) worden fossiele resten gevonden die identiek zijn aan de resten uit de Oosterschelde. Het gaat om landzoogdieren uit het vroeg-pleistoceen (twee miljoen tot 850.000 jaar geleden), waaronder de zuidelijke mammoet (mammuthus meridionalis).

In Nolhac (Haute-Loire) is een schedel van een steppemammoet gevonden uit het midden-pleistoceen en ongeveer 400.000 jaar oud. Bijna zestig jaar lang heeft de Oosterschelde de prachtigste fossielen van landzoogdieren uit het vroeg-pleistoceen (circa twee miljoen jaar geleden) prijsgegeven. Keer op keer haalde Wim Schot, en later zijn zoon Jaap, met de korren van zijn Zierikzeese mosselkotter de mooiste fossielen op. De laatste jaren vallen de vondsten echter tegen.

De korren komen steeds moeilijker door de dikke lagen brokkelsterren en Japanse oesters heen die zich op de bodem ophopen nu de winters niet meer langdurig koud zijn. Dick Mol – honorair onderzoeksmedewerker fossiele zoogdieren bij Naturalis in Rotterdam en mammoetkenner bij uitstek – roemt de fossiele resten die uit de Oosterschelde gevist zijn. ,,Daarmee hebben we veel kennis kunnen opdoen over de ontwikkelingen van de zuidelijke mammoet en de mastodont, beide uit het vroeg-pleistoceen. Bovendien heb ik vergelijkingen kunnen maken met een geheel andere vindplaats, namelijk bij het dorpje Chilhac in de Auvergne in Midden-Frankrijk. Daar treffen we dezelfde dieren aan, alleen zijn die resten completer omdat ze niet opgekord hoeven te worden.”

Mol, door zijn vakgenoten Mister Mammoth genoemd, heeft begin september in een ander dorpje in de Auvergne, Nolhac, een complete mammoetschedel opgegraven. ,,Ik wist dat die er lag, ruim twintig jaar eerder was dit bij toeval ontdekt toen er een leiding in de grond werd aangebracht. De schedel is blijven liggen maar iemand heeft wel twee kiezen meegenomen. Vijftien jaar geleden heb ik die kiezen gezien en vanaf dat moment ben ik bezig geweest met vergunningen om de schedel op te kunnen graven.”

Mede dankzij de invloed van zijn Franse collega Frédéric Lacombat kon Mol in augustus aan de slag. ,,Aan de kiezen, die elk tien kilo zwaar zijn, had ik al gezien dat het een steppemammoet uit het midden-pleistoceen (600.000 tot 400.000 jaar geleden) is. In de evolutie zit hij tussen de zuidelijke en de wolharige mammoet in.”

,,Deze steppemammoet is niet te vergelijken met de vondsten uit de Oosterschelde die immers veel ouder zijn”, vervolgt Mol. ,,Maar belangrijk is de vondst wel. We hebben een nagenoeg compleet skelet van de steppemammoet uit East Anglia (Engeland) maar juist de schedel is zwaar gehavend.”

De opgraving werd meteen aangegrepen om de vijfde internationale conferentie over mammoeten aan te kondigen die in 2010 in Le Puy-en-Velay (Auvergne) gehouden wordt. Hier zullen ook de vondsten uit de Oosterschelde een rol in krijgen. Mol: ,,Het belang van deze fossielen is nog steeds groot, alleen vinden we steeds minder.”

door Inge Heuff. maandag 29 september 2008

Bron: PZC

Geef een reactie