Compleet mammoetskelet in Gaanderense schuur

GAANDEREN – Een beetje gek mag je Bart Schenning uit Gaanderen best noemen. Want wat hij in de schuur achter zijn ouderlijk huis bijeen heeft gebracht, is ook een beetje gek: een compleet mammoetskelet. Eén van de zeven die Nederland rijk is, verzekert Schenning.

Tien jaar lang is de plaatselijke bloemist bezig geweest met zijn passie: het bouwen van een eigen mammoetskelet. “Dit is mijn droom. Al van kinds af aan. Die heb ik als ventje van 31 waargemaakt en daar ben ik trots op.”

Hij wijst enthousiast naar één van de ribben. ” Daar is het mee begonnen. Die rib heb ik in 1998 gevonden bij de zandwinning in Netterden. Nu mag ik daar niet meer zoeken. Vanwege de veiligheid en arbogedoe.”

Daarna is de hobby volstrekt uit de hand gelopen. Elke vrije minuut stopt Schenning in de mammoet. Overdag, ‘s avonds en ‘s nachts. “Ik ben nogal onrustig. Ik sta daarom ook ‘s nachts regelmatig bij de mammoet. Wat mijn vrouw er van vindt? Tsja… Ze heeft geen keus. Vraag maar niet verder”, glimlacht de Gaanderenaar.

Het skelet bestaat uit bijna 280 verschillende botten. Het gaat om een stier van 3,20 meter hoog, 5,50 meter lang en 1,80 meter breed. Het gevaarte past precies in de schuur. “Maar daarvoor hebben we wel de steunbalken moeten vervangen en een deel van de zolder moeten verwijderen. Anders past het dier er niet in.”

(foto: Theo Kock)

Grote vraag is natuurlijk hoe Bart Schenning in hemelsnaam aan al die botten komt. “De meeste van mijn botten komen van de bodem van de Noordzee.”

Pardon? “Deze botten worden door beroepsvissers van de bodem van de zee opgevist. Vroeger ging ik met een kratje bier naar de vissers. Nu moet ik met een portemonnee naar een centraal punt waar al die botten opgeslagen liggen. De wereld is veranderd” , verzucht hij.

Maar het heeft hem niet weerhouden het skelet te bouwen. Vooral de laatste loodjes wogen zwaar. Want: waar vind je die zesde halswervel? “Ik heb stad en land afgezocht. Uiteindelijk heb ik hem opgeduikeld bij een collega. En nu is het skelet compleet.”

Twee jaar geleden al is Schenning begonnen met het opbouwen van het skelet. Samen met Michel ten Brink heeft hij het gevaarte in elkaar geknutseld. Een precies werkje. “Het luistert heel nauw. Man, je wilt niet weten hoe vaak ik ben uitgerukt om net dat ene goede bot te vinden.”

Schenning is speciaal naar Frankrijk gegaan om in een museum het enige skelet te bestuderen dat van één dier afkomstig is. Om te kijken hoe het dier precies in elkaar steekt. “Mijn botten komen natuurlijk van tientallen verschillende dieren. Dat maakte de puzzel zo moeilijk.”

Met de kop van het dier heeft hij geluk gehad. “Die haalde ik in drie delen bij een visser op. Hij dacht dat ik er weinig mee kon doen, omdat hij er geen kaas van kon eten. Die man had er nog een doosje bij liggen. Daar zaten de jukbeenderen in. De ontbrekende schakels om de kop af te kunnen maken. Nu alleen nog de drie meter lange slagtanden en de onderkaak monteren en ik ben klaar.”

En dan? “Ga ik beginnen met een oerpaard. Ik kan toch niet zo maar stoppen…”

Bron: De Gelderlander

Geef een reactie