Archeologen zoeken naar de Noordzeemens

Prehistorische vindplekken op de Noordzeebodem gaan mogelijk in rap tempo verloren door werkzaamheden. Waar mogelijk worden ze daarom in kaart gebracht.

Bossen, meertjes, mensen, zoogdieren en grazige weiden: ooit bood de bodem van de Noordzee een heel andere aanblik.

Volgens Hans Peeters, onderzoeker van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM), is de Noordzeebodem archeologisch net zo interessant als het land, maar is de reconstructie van de menselijke aanwezigheid nog in de beginfase.

Om erachter te komen waar de prehistorische mens op de Noordzeebodem leefde, werken instituten als de RACM, de universiteiten van Leiden, Utrecht en Birmingham en English Heritage sinds kort samen in het North Sea Prehistory Research and Management Framework.

Hoewel het project nog in de kinderschoenen staat, moet de samenwerking leiden tot een kaart van de Noordzeebodem met relatief ongeschonden landschappen uit de Midden-Steentijd, of in ieder geval de kans die aan te treffen.

Door samenwerking tussen vissers en paleontologen wordt de laatste jaren al steeds duidelijker waar de belangrijkste vondstgebieden liggen. Uiteindelijk worden verwachtingsmodellen gemaakt van waar mogelijk nederzettingsterreinen liggen.

Volgens Peeters is dit hard nodig: ‘Op de Noordzeebodem zijn steeds meer werkzaamheden die archeologische vindplekken kunnen beschadigen: zandwinning, gasboringen en de aanleg van windmolenparken en pijpleidingen. Als je niet weet wat er ligt en waar, verdwijnen belangrijke archeologische plekken zonder dat je ze ooit hebt gezien.’

Peeters: ‘Vissers vinden bijna dagelijks botmateriaal van dieren en mensen uit de steentijd in hun netten. Ook harpoenpunten van bot en vuurstenen vuistbijlen worden gevonden. Er ligt dus wat. Maar vaak weten we niet exact waar het vandaan komt. De vondsten worden namelijk bijna altijd op de bodem gedaan, aan de oppervlakte. Daardoor kan het zijn dat voorwerpen niet meer op de plaats liggen waar ze uit de aarde gekomen zijn.’

Pas sinds een jaar of tien maken archeologen een onderzeese inhaalslag, vooral met boringen en seismische metingen.

Zo werden in de Bouldnor Cliff bij het Engelse Isle of Wight nederzettingen ontdekt, inclusief resten van houten bouwwerken.

Ook verder van de kust wordt onderzoek gedaan: van de Doggersbank werden onlangs ruimtelijke modellen gemaakt. Op een digitale kaart is precies de loop van voormalige rivieren en kreekjes te zien: zo kunnen mogelijke locaties van menselijke aanwezigheid worden aangewezen.

Ook in Nederland denken archeologen dat het verdronken land voor de kust geheimen over de Noordzeemensen, voornamelijk jagers en verzamelaars, gaat prijsgeven.

Zo worden bij de Bruine Bank, een zandbank ten westen van IJmuiden, zoveel botresten en werktuigen gekomen dat het vermoeden bestaat dat deze ooit bewoond was. In samenspraak met de RACM gaan duikers mogelijk een kijkje nemen.

De aanleg van de Tweede Maasvlakte biedt eveneens perspectieven: de vaargeul tussen de Eerste en de Tweede Maasvlakte wordt zo diep dat de zogeheten laag van Velsen bloot komt te liggen. Bij de aanleg van de Eerste Maasvlakte gaf deze laag onder meer honderden harpoenpunten van bot prijs.

Bron: Volkskrant

Geef een reactie