Wolven en honden begrijpen wijzende mensen even goed

Wolven hebben wel degelijk een scherp oog voor menselijke lichaamstaal.

De wolf heeft de hond weer ingehaald. Hij lag de laatste jaren flink achter waar het om sociale cognitie ging. Want de hond (Canis familiaris) had bij uiteenlopende studies aangetoond dat hij verborgen voedsel of geliefd speelgoed kan vinden aan de hand van wijzende gebaren die mensen maken met verschillende lichaamsdelen – inclusief de ogen. Door mensen grootgebrachte wolven (C. lupus) lieten merken die vaardigheid niet te beheersen, of hooguit na lange training. Daar werden beschouwingen aan opgehangen over het belang van domesticatie voor het geestelijk functioneren van dieren: de hond was in feite een door de mens flink verbeterd dier.

Wolven hebben echter wel degelijk een scherp oog voor menselijke lichaamstaal. Ze moeten alleen gelijke kansen krijgen tijdens proeven. Dat beweren drie dierpsychologen aan de Universiteit van Florida, onder wie Monique Udell (Animal Behaviour, december).

De standaardopzet is bij zulke proeven dat voedsel wordt verstopt, en de hond of wolf de gelegenheid krijgt dat te vinden aan de hand van non-verbale aanwijzingen van afstand. Maar Udell en collega’s voerden flinke verbeteringen door, vanuit wolvenstandpunt. In eerdere proeven gebruikte wolven leefden vrijwel altijd in hun eigen buitenverblijf, waar ze slechts enkele keren per dag even contact met mensen hadden. Ze waren mogelijk te weinig op mensen gericht om zich goed in hun aanwijzingen te verdiepen. Het buitenverblijf was het tweede probleem. De wolven werden daar op de proef gesteld, en de honden – echte huisdieren – in een binnenverblijf. Buiten is er veel meer afleiding.

De Amerikanen werkten met wolven die dagelijks intensief contact met mensen hadden, en voerden de proeven binnen uit. Dan blijkt: wolven gebruiken – met natuurlijk wat individuele verschillen – oog- en vingerwijzingen wel degelijk om voedsel te vinden – zonder training. Ze zijn dan minstens zo fijngevoelig als honden.

De honden scoorden ook lang niet slecht – beter dan mensapen bij vergelijkbare tests. Totdat de onderzoekers de groep honden uitbreidden. Honden in opvangcentra die relatief weinig contact met mensen hadden, scoorden veel slechter op het lezen van hun lichaamstaal. En levendige huishonden die buiten getest werden, maakten inderdaad bar weinig indruk met oplettendheid of fijngevoeligheid voor signalen.

Bron: nrc.nl

Geef een reactie