Nieuws

Ga mee op tour door pleistoceen Nederland

Op 21 mei 2022 ging onze website Digi-Safari Pleistoceen Nederland op Micrio online. Zie ook deze pagina. Sinds deze maand kun je ook mee met twee digitale tours.
 
Deze prachtige digitale verhalenplaat van de Nederlandse zoogdierfauna in het Pleistoceen bestaat uit een koude, droge mammoetsteppe (glaciaal) en een warm, vochtig boslandschap (interglaciaal) vol zoogdieren uit die tijd om zelf te ontdekken. Je kunt erop klikken en meer over de soort en zijn tijdgenoten lezen. Sinds deze maand kun je ook twee tours volgen waarbij je wordt meegenomen door de plaat: In koude ijstijden & In warme tussenijstijden. En er liggen ideeën voor meer van zulke tours.
 
Ondertussen is de verkiezingscampagne voor het Nationaal IJstijdzoogdier verlengd, dus heb jij je stem nog niet uitgebracht op jouw favoriete ijstijddieren, laat dan nu van je horen!
 
Hou onze media in de gaten, want binnenkort komen we met meer leuk nieuws omtrent dit project.

Nu te koop: Cranium 39-2

Als een wilde kat of wolf die steeds meer terrein in Nederland verovert bereiken wij met Cranium ook steeds meer geografische en onderzoeksvelden. Jaargang 39 deel 2 is gedrukt en zal naar verwachting rond de kerstvakantie bij alle WPZ leden worden bezorgd.
Nog géén lid van de WPZ en maakt deze omslag jou ook zo nieuwsgierig naar de inhoud? Klik op de cover en je kunt deze direct bestellen of word lid van de WPZ dan ontvang je tweemaal per jaar Cranium plus je kan genieten van onze vier-jaarlijkse bijeenkomsten.
De redactie heeft er weer van genoten om deze Cranium te maken. Hopelijk genieten jullie net zo van het lezen ervan, en inspireert het om volgend jaar ook wat te schrijven. Veel leesplezier gewenst alvast!

Binnenkort: Cranium 39-2

Als een wilde kat of wolf die steeds meer terrein in Nederland verovert bereiken wij met Cranium ook steeds meer geografische en onderzoeksvelden. Jaargang 39 deel 2 wordt op dit moment gedrukt en naar verwachting nog voor de kerstvakantie bij alle leden bezorgd.
Maakt deze omslag jou ook zo nieuwsgierig naar de inhoud? De redactie heeft er weer van genoten om deze Cranium te maken. Hopelijk genieten jullie net zo van het lezen ervan, en inspireert het om volgend jaar ook wat te schrijven. Veel leesplezier gewenst alvast!

Verslag WPZ symposium ‘Ice Age Cemeteries’ dag 2

In het Natuurhistorisch Museum Maastricht geeft John Jagt een geanimeerde en boeiende rondleiding. Geweldig om het verhaal van de vondst van mosasaurus Bèr weer te horen en je te realiseren dat ook krabbetjes hun aanwezigheid bij het skelet hebben verraden.

Tessa Plint over de reuzenbever: tanden als bananen

Het is bevertijd. In de bijzondere ambiance van een kloosterkerk, om de hoek van het museum, vertelt Tessa Plint over haar onderzoek aan de reuzenbever (Castoroides ohioensis). Deze bever was met zo’n 1.20 meter lengte echt een reus. Hij had een ronde staart, zwemvliezen tussen de achterpoten, ogen bovenop zijn kop en tanden zo groot als bananen met gegroefd email. Het dier leefde zo’n 900.000 jaar geleden in Noord-Amerika. Uit isotopenonderzoek dat Tessa deed is gebleken dat hij vooral waterplanten at. Niets wijst er tot nu toe op dat de reuzenbever net als de huidige bever (Castor canadensis) bomen omknaagde.

Verslag WPZ symposium ‘Ice Age Cemeteries’ dag 1

Over een gekliefde schedel en een belachelijk brede ribbenkast

Met veel plezier en trots kijken we terug op ons jubileumsymposium in Maastricht: Ice Age Cemeteries. Alleen al het persoonlijk weerzien met zoveel leden was erg aangenaam, net als de Limburgse gastvrijheid en de vlaaien, de mooie locaties en het prachtige weer. De sprekers uit buiten- en binnenland vertelden vol vuur over wat ons allemaal verbindt: onderzoek aan ijstijdzoogdieren. Wie er niet bij was, heeft niet alles gemist, want hier volgt een korte samenvatting van de memorabele momenten van beide dagen. De lange versie verschijnt later dit jaar in Cranium 39-2.

Dag 1

Wij zijn te gast bij dagvoorzitter Leon Claessens en “zijn” Maastricht Science Programme aan Maastricht University. Leon zegt in zijn inleiding hoe blij hij is om al deze ‘deep time people’ weer bij elkaar te zien. Die stemming wordt zeker gedeeld.

Adrian Lister over Darwins fossielen: gekliefde schedel

De eerste spreker doet onderzoek naar de fossielen die Charles Darwin verzamelde tijdens zijn reis met de Beagle. Zijn belangrijkste punt is: niet de drie weken op de Galapagoseilanden, maar de drie jaar die Darwin daarvoor doorbracht in Zuid-Amerika en met name de vele fossielen die hij daar vond, zetten hem op het spoor van de evolutietheorie. Dr Adrian Lister vertelt verder een mooi verhaal over een fossiele schedel van Megatherium (reuzengrondluiaard) die Darwin had uitgegraven en naar Richard Owen in Londen had gestuurd. Om de schedel goed te kunnen determineren, kliefde hij die doormidden met een zwaard. Door de zaal gaat een hoorbare rilling bij die gedachte.

https://www.nhm.ac.uk/discover/news/2018/november/darwins-giant-ground-sloth-skull-pieced-together-and-scanned.html

 

Gregory McDonald over Amerikaanse zoogdieren: wat zijn de evolutionaire filters?

Dr Gregory McDonald wil weten hoe fauna’s ontstaan. Paleontologie is niet de wetenschap van het verleden maar van de toekomst, vindt hij. Als je weet hoe soorten in het verleden reageerden op veranderingen, kun je daar nu wat mee.

Kamelen associëren wij nu met Afrika en Azië, maar daar komen ze niet oorspronkelijk vandaan. Ze zijn ontstaan in Noord-Amerika en vandaar via de Beringstraat naar Azië gemigreerd. Terwijl mammoeten en bizons juist vanuit Azië naar Noord-Amerika zijn getrokken. Waarom lukt het sommige soorten wel om over te steken en andere niet? Wat zijn de ‘filters’? Die vraag drijft Greg.

Gregory McDonald over reuzenluiaards: omdat ze zo raar zijn

Greg geeft ook een publiekslezing in de aula, over zijn specialisatie: de luiaards. Hij is erdoor gefascineerd omdat ze zo raar zijn: “Sloths never read an anatomy book.” Hier komt de Megatherium van Darwin weer in beeld. Het is het eerste fossiel dat een binominale naam volgens het systeem van Linnaeus kreeg. En het was het eerste fossiel waarvan een driedimensionaal skelet werd opgesteld. Greg stipt diverse groepen luiaards aan in zijn verhaal. Zijn motto is: “Have sloth? Will travel.”

Joaquin Arroyo-Cabrales over 500 mammoeten in Mexico: waarom gingen ze dood?

Dr Joaquin Arroyo-Cabrales vertelt voor het eerst in Nederland over de spectaculaire vondst van een massagraf van minstens 500 Amerikaanse mammoeten (Mammuthus colombi) bij de aanleg van het nieuwe vliegveld van Mexico-City. Naast mammoeten lagen er meer dan 55.000 botten van onder meer kameel, paard, sabeltandtijger, bizon en wolf, plus resten van vogels, knaagdieren en vissen. De vraag die Joaquin nu wil beantwoorden is: waarom gingen ze dood?

Alfons en Adrie Kennis over Homo erectus: een belachelijk brede ribbenkast

Tijdens de lunchpauze ondervraagt Rob van den Berg de tweelingbroers Alfons en Adrie Kennis over hun talent om levensechte beelden te maken van onze voorouders. Als je denkt dat je ondertussen even rustig je broodje kunt eten, dan ken je Kennis & Kennis nog niet. Ze slepen je mee en je moet kijken, want dan weet je pas goed wat ze bedoelen met een bekken dat “naar buiten blaast, een belachelijk brede ribbenkast of belachelijk lange struisvogelpoten”.

Als je verder in de aula rondloopt, kun je Merel Spithoven helpen bij haar onderzoek aan benen pijlpunten, een linoleummammoet drukken op canvas bij ‘Oerstoer’-auteur Tialda Hoogeveen, diverse boeken- en infostands bezoeken, en in een echt verkiezingshokje je stem uitbrengen op het Nationaal IJstijdzoogdier.

Jim Mead over een ‘sinkhole’ vol mammoeten: waarom alleen mannelijke?

’s Middags vertelt dr Jim Mead hoe bij de aanleg van een weg in de Black Hills in South Dakota in 1974 stukken ivoor werden gevonden. Bij de opgraving destijds dacht hij dat ze wel vijf mammoeten zouden kunnen vinden. Nu, bijna dertig jaar later, zijn dat er minstens zestig geworden, is nog maar een kwart van de afzetting geëvalueerd en is Jim nog steeds bij die opgraving betrokken. De vindplaats was een ‘sinkhole’. Tijdens een warme periode vormde zich hier een meertje en het idee was dat de mammoeten erin gleden en verdronken. In 2016 bleek dat de datering van deze vindplaats vele tienduizenden jaren omspant, van zo’n 110.000 aan de bovenkant tot ca. 190.000 jaar oud op een diepte van 7,5.